Tag Archives: #40Dagenbloggen

#40dagenbloggen – de eindbalans

Op 14 februari sprong ik mee in het bad voor 40 dagen bloggen. Eigenlijk loopt deze challenge nog tot 1 april maar dan heb je – zonder skipdagen (je kreeg er 6, zondag rustdag als het ware) – eigenlijk 46 dagen geblogd.

Wat is mijn eindbalans?

  • Ik zit intussen aan dag 43 zonder een dag over te slaan! Ik had nooit gedacht dat ik dat zou halen, echt niet.
  • Vond ik het leuk? Ja, toch wel. Wat meer aandacht voor dit blogje maken mocht wel eens.
  • Had ik een strak plan? Neen, absoluut niet, soms schreef ik al eens een post vooraf maar vaak besliste ik pas de dag zelf waarover ik zou schrijven.
  • Vond ik het zwaar? Ja, soms wel. Elke dag iets schrijven is niet altijd evident. Schrijven vraagt toch wel tijd en een dag telt nu eenmaal maar 24 uur 😉
  • Zou ik nog eens meedoen? Ja, misschien wel. Of ik de challenge opnieuw zou halen dat ben ik absoluut niet zeker maar eigenlijk lig ik daar niet echt wakker van. Bloggen moet een plezier blijven en mag hier zeker nooit een verplichting worden.
  • Ga ik nu meer bloggen? Ja, dat zou kunnen maar zeker niet elke dag. Liever iets minder blogposts dan schrijven om te schrijven. Zo schrijf ik graag over de uitstapjes en reizen die we maken maar dat doen we uiteraard niet continu (al lijkt me dat wel boeiend om daar professioneel mee bezig te kunnen zijn).
  • Ben ik meer gelezen? Ik zou het eens moeten nakijken maar hield me daar nog niet mee bezig (eigenlijk volg ik dat nog steeds niet echt op). Ik ben er wel zeker van dat er nieuwe lezers zijn langsgekomen, net door de challenge. Ik heb zelf ook nieuwe blogs ontdekt op die manier en dat is altijd leuk.

Misschien komt er deze week nog iets online maar ik voel me zeker niet ‘verplicht’ om 46/40 te halen 😉 Nu eerst een beetje tijd vrijmaken om bij andere te gaan lezen 🙂

 

Zweeds gebak met amandelschilfers

Ik ben absoluut geen taartenbakker: meestal vind ik recepten voor taarten te complex (te veel handelingen, te veel potten die vuilgemaakt moeten worden, te lange tijdsduur…) Sommige recepten vallen echter mee en zo nu en dan durf ik mij dan toch eens aan een taartenreceptje wagen (al zijn het meestal wel varianten op cake).
Deze keer liet ik me verleiden door de naam en door het ingrediënt platte kaas 🙂

Het recept komt uit Carrefourmagazine, er wordt gezegd dat deze taart voor 4 personen is, maar dan zijn het wel serieuze stukken. Voor 6 personen lukt het zeker ook 😉

Ingrediënten
100 g amandelschilfers
2 eieren
270 g kristalsuiker
75 g boter
125 g bloem
300 g verse kaas
Zout

Werkwijze
Verwarm de oven voor op 200°C.
Rooster de helft van de amandelschilfers goudbruin in een pan zonder vetstof en laat ze afkoelen op een bord. Klop in een kom de eieren flink op met 175 g suiker tot een bleek en romig mengsel.
Laat de boter smelten (of gebruik vloeibare boter zoals ik). Zeef de bloem en meng ze met een snuifje zout, de boter en de geroosterde amandelschilfers. Schep er voorzichtig het eimengsel onder en giet dit deeg in een beboterde bakvorm (ik ging voor een velletje bakpapier, sneller en minder ‘gedoe’ 😉 ).
Strijk de bovenkant glad, bak 20 à 25 min in de oven en laat afkoelen in de vorm.

Rooster de rest van de amandelschilfers in een pan zonder vetstof. Bestrooi van het vuur met 2 el suiker. Laat de suiker smelten (die van mij wou niet) en schep om. Leg dit mengsel open op bakpapier (ik liet het mengsel gewoon in de pan liggen). Klop de kaas op met de rest van de suiker (ik ging toch voor minder suiker, leek me net iets te zoet anders).
Smeer de kaas op het gebak en bestrooi met de gekaramelliseerde amandelschilfers.

Smakelijk!

Ons verdict

Lekker! Het gebak misschien iets te droog (volgende keer ga ik voor vijf minuten minder in de oven denk ik), de platte kaas nog iets te zoet (het licht zurige van de platte kaas zorgt volgens mij voor meer ‘animo’.
Zal dit taartje nog op tafel komen bij ons? Hoogstwaarschijnlijk wel want eenvoudig te maken en al bij al vrij snel klaar.

HIIT@work

Toen er vorige maand bij ons op het werk affiches uithingen over HIIT@work, een onderzoeksproject van ArteveldeHogeschool, besloot ik toch even naar een infosessie te gaan. Het doel van dit project bleek er in te bestaan om een haalbaar én effectief beweegprogramma te ontwikkelen voor beeldschermwerkers.
Deelnemers moesten zich engageren om 2-3 keer per week een kwartier te komen trainen. Sportkledij was niet echt nodig, wel gemakkelijke kledij om in te bewegen en eventueel een vers T-shirt voor achteraf. Een omschrijving die mij precies wel haalbaar leek en de moeite waard om eens uit te proberen en dus gaf ik me op als deelnemer/vrijwilliger en werd ook geselecteerd 🙂

Maar wat is dat nu eigenlijk? HIIT (sommigen zeggen heat/hiet andere hit) staat voor High Intensity Interval Training.

Hoge intensiteit interval training is een trainingstrategie die bedoeld is om prestaties te verbeteren door middel van relatief korte training sessies. Ondanks dat er gebruik wordt gemaakt van relatief korte cardiovasculaire trainingen, heeft HIIT een zeer positieve invloed op de metabolisme en met name op de vetverbranding.

Als je zoekt naar artikels over HIIT, kom je vaak het woord VO2 max tegen. VO2 max is de meting van de maximale hoeveelheid zuurstof die je lichaam kan gebruiken. Hoe groter je VO2 max, des te beter je conditie. Bij het bepalen van je uithoudingsvermogen is het dus voordehandliggend dat je VO2 max een grote rol speelt. De reden waarom je dit zo vaak ziet in combinatie met HIIT, is omdat je de grootste resultaten en voordelen uit je training haalt als je tussen de 80% en 100% van je VO2 max zit.
Een standaard HIIT training is dus behoorlijk intensief, duurt een stuk langer en is beslist geen spek voor mijn bek.

Maar wat zijn mijn eerste ervaringen met HIIT@work?
We werden vriendelijk verzocht onze eigen doelstelling te formuleren en een online dagboek bij te houden waarin we onze ervaringen zouden noteren.
In HIIT@WORK werken de coaches met 5 doelstellingen:

  • “I feel healthier”: fitter, sterker en leniger worden
  • “I feel better”: minder moe, minder stress en beter in balans
  • “I look better”: enkele kilo’s lichter en/of wat strakker in het pak
  • “I work better”: me beter concentreren, productiever zijn
  • “We connect better”: collega’s leren kennen, samen plezier maken

De eerste twee weken werden er enkele introductiesessies gegeven, sinds vorige week begon het effectieve ‘werk’. Helaas kon ik al meteen niet deelnemen want tijdens geen enkele sessie aanwezig op kantoor in Gent 🙁

Gelukkig was er wel al een filmpje om thuis te oefenen en inmiddels deed ik ook mijn eerste work-out mee. Voorzien van een genummerde hartslagmeter werden we gemonitord tijdens onze oefeningen. Bedoeling was om zo snel mogelijk op 80 tot 100% te zitten (dat lukte vrij aardig). Onze hartslagmeters stonden geprojecteerd op een groot scherm (hartslag + %), ideaal om te kunnen volgen dus 🙂
In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten, voelde ik mij na een kwartiertje springen en kicken best goed. Tegen de tijd dat ik terug 13 verdiepingen hoger sta met de lift voel ik mij opnieuw ‘opgeladen’ en heb ik helemaal geen last van het typische middagdipje.

Voorlopig ben ik dus wel enthousiast, nu de regelmaat zien vast te houden want dat zal beslist de grootste uitdaging worden de komende 2 maanden 🙂

 

 

Easy on Sunday

Het zomeruur blijft toch altijd een beetje werken op mijn bioritme (al vermoed ik dat ik er morgen eigenlijk meer last van zal hebben dan vandaag want vandaag stond er immers geen wekker). Anderzijds ben ik wel blij dat het ‘s avonds nu een uurtje langer licht is.
Ik was relatief vroeg wakker en besloot het ontbijt uit te breiden met iets lekkers, vers gemaakte scones. Ik was eigenlijk vergeten hoe weinig werk dat was, amper tien minuten in de oven en klaar. Ik maakte er meteen genoeg zodat we er minstens nog een keertje van konden smullen 😉 Zalig lekker, nog ovenwarm, met wat licht opgeklopte room en lekkere blauwe bessenjam.

Terwijl ons meisje haar best deed om de laatste examens te studeren (wiskunde op maandag, aardrijkskunde en techniek op dinsdag), schreef ik nog een evaluatieverslagje dat dringend op afwerking lag te wachten. Zo waren we elk apart aan het werk maar kon ze zich toch een beetje gesteund voelen.
‘s Middags zorgde ik voor een verse portie pompoensoep, erg lekker bij een sneetje donker brood en verse kaas.

Na de middag maakte ik eindelijk werk van de voorbereiding voor de tweedehandsbeurs. Kledij in setjes aan elkaar naaien en voorzien van labels, altijd weer een prutswerkje maar de opbrengst is mooi meegenomen en komt van pas om onze groeiende puber op tijd en stond van een nieuwe outfit te voorzien 🙂


Bij een anonieme beurs (waar je jouw spullen de dag voordien afgeeft en ze thematisch in de zaal worden gelegd, een beetje zoals in een winkel: kledij per maat, speelgoed per thema, verzorgingsmateriaal samen,…) heb je wel wat werk vooraf maar het grote voordeel is dat je niet de hele dag aanwezig moet zijn om je spullen te verkopen (ik ben niet zo’n fan van chaotische toestanden dus ik heb het er wel voor over om dat twee keer per jaar te doen op deze manier). Gewoon de avond na de beurs je niet verkochte goederen en het geld van je verkochte artikelen (na aftrek van een percentage voor de organisatie) terug ophalen.

En verder? Niets meer eigenlijk, ‘t was toch een beetje van zondag-rustdag vandaag (en bij uitbreiding dit weekend). Moet zo nu en dan ook eens kunnen, toch?

A bit of Me-time

Maya zit nog ‘in de examens’ maar de uitleentijd van haar boeken was verlopen en dus moest er iemand naar de Krook. Met het mooiere weer in het vooruitzicht en nood aan iets leuks voor mezelf besloot ik met de fiets richting stad te trekken en er een stukje Gent te verkennen 🙂
Ik ontdekte dat dat oude verpleegsterschool aan de Oude Bijloke afgebroken wordt (maar zag niet wat er in de plaats ging komen).

De huurbootjes lagen ook opgefrist terug te wachten in het water op de eerste klanten.

En de Krook lag er nog steeds mooi te blinken op zijn ‘eilandje’

Van de Krook trok ik door de Brabantdam, wipte hier en daar eens binnen om een collectie te bekijken. De vernieuwde Kouterdreef kreeg een stevige make-over.

Ralet, Tommy Hilfinger en Calvin Klein underwaer liet ik voor wat het was, ik wou vooral het nieuwe Jüttu eens leren kennen: een multimerkenwinkel met een (duurzaam) verhaal. Hoofdzakelijk (Skandinavische) kledij, maar ook planten, juwelen, beetje food, boeken, … en ook lokale producten zoals kledij van Nathalie Vleeschouwer, confituur van Callas, thee van Or en van Wolv….

Ik liet me verleiden tot het passen van een jeansjurkje en na een rondje twijfelen in het pashok besloot ik het toch mee te nemen: tijdloos, draagbaar bij warmer en frisser weer, combineerbaar met verschillende accessoires in diverse stijlen, …  helemaal in lijn met mijn visie voor een minimalistische en multifunctionele garderobe 😉

De éclairs van Chez Claire zullen voor een volgende keer zijn want lange file en teveel risico op de fiets. Ik liet me wel verleiden tot een bakje (de eerste) verse Belgische aardbeien, nog een beetje prijzig maar heerlijk geurend (ideaal als gezond tussendoortje deze namiddag, samen met een homemade smaakwatertje).

Na de middag bleek de zon sterker dan de wolken en besloot ik mij op ons terras te installeren en de rest van het werk even te laten voor wat het was (#sorrynotsorry). We hebben al zo lang op de lente moeten wachten, ik kon wel wat zonne-energie gebruiken. De dikke trui bleef aan maar het was heerlijk toeven in het zonnetje. Zelfs ons studentje nam even een korte pauze in de zon (al moest ik eerst wel een beetje aandringen om naar buiten te komen).

Het mooie weer inspireerde me zelfs tot een aangepast avondmaal: geroosterde groente in de oven, zuiders gekruide couscous en gegrilde haloumi. De geuren in huis brachten me meteen een beetje in vakantiestemming 😉

Enfin, een heerlijk ontspannend dagje waarin ik zeer weinig gedaan heb maar des te meer genoten. Zeker voor herhaling vatbaar 🙂

Minimaliseerchallenge #7 de portefeuille

Ik schreef al eerder een stukje over handtassen, maar boog me het afgelopen weekend eens over de inhoud van mijn portefeuille.
Wat zit er zoal in mijn portefeuille? Geld (beetje cash en betaalkaart), identiteitskaart & rijbewijs, klantenkaarten en, bloedgroepkaart, visitekaartjes en een fotootje van Maya.

Die cash heb ik steeds minder nodig maar er zijn nog momenten waarop ik hiervan gebruik maak. Ik probeer maximaal met kaart te werken maar dat lukt toch nog niet volledig. Ik overweeg om ook een betaalapp te gebruiken, maar ben nog niet zeker welke ik dan zou gebruiken. Extra tips en suggesties zijn zeker welkom (graag met de voor- en nadelen). Zo ver als de Zweden staan we zeker nog niet maar we schuiven toch ook steeds meer op richting digitaal betalen.

Identiteitskaart: is eigenlijk niet groter dan een betaalkaart en kan je dus gemakkelijk samen met de bankkaart(en) in een gelijkaardig zakje bewaren.
Mijn rijbewijs is er nog eentje van lang vervlogen tijden: een roze papieren drieluikje waarop nog een foto hangt van mijzelf als 17-jarige met lange lokken prijkt 😉 Eigenlijk zou dat eens moeten worden vervangen door een meer recenter exemplaar (dat blijkbaar ook het formaat heeft van een bankkaart) maar voorlopig ga ik daar zelf niet meteen actie rond ga ondernemen (lees: vrijwillig voor betalen).

Ik heb in het verleden ooit enkele keren bloed gegeven en heb dus een bloedgroepkaart in mijn portefeuille. Helaas mag ik tegenwoordig geen bloed meer geven (te laag ijzergehalte, niets onrustwekkend maar wel te laag om te doneren) maar de kaart blijft wel in mijn portefeuille zitten in het hoesje bij mijn identiteitskaart (je weet nooit dat het ooit eens nodig is).

De klantenkaarten: dat was een stevig pakje in mijn portefeuille dat ik eens aan een grondige screening onderwierp. Kaarten die ik niet of nauwelijks gebruik, die werden opzij gelegd (ik deed ze nog niet weg maar als ik ze na een jaar nog niet opnieuw uit de kast heb gehaald dan zullen ze naar alle waarschijnlijkheid toch verticaal geklasseerd worden. Gelukkig zijn er al enkele winkeliers/winkelketens die met digitale klantenkaarten of een app werken en lokale handelaren die een gedeeld systeem van klantenkaart gebruiken (Qustomer). Dat zorgt ervoor dat het pakje al een stuk kleiner wordt, maar eigenlijk zouden bedrijven daar gerust een stapje verder mogen in gaan (tenzij ze eigenlijk liever niet hebben dat klanten hun kaart al te veel gebruiken, maar dan kan je je afvragen waarom ze er überhaupt eentje aanbieden).

Bibliotheekkaart: ook de grootte van een bankkaart, dus net zo handig. En sinds de verhuis van de stadbib naar de Krook ook een hele mooie geworden 🙂
Eigenlijk heb ik die maar heel sporadisch nodig maar ik laat ze voorlopig wel in mijn portefeuille zitten uit schrik dat ik ze anders misschien verloren leg.

Visitekaartjes: ik heb er altijd wel enkele in mijn portefeuille zitten al worden die eigenlijk niet zo erg vaak meer bovengehaald. Enerzijds omdat mijn professioneel netwerk zich minder uitbreidt, anderzijds omdat mensen al mijn contactgegevens in mijn digitale handtekening terugvinden en die op die manier snel kunnen opslaan op de manier zoals ze zelf willen. Wel ontdekte ik nog enkele visitekaartjes in mijn rugzak en keek ik bij deze na of ik deze al aan mijn digitale contactenlijst had toegevoegd. De papieren kaartjes verdwenen vervolgens meteen in de papierbak, weer een beetje meer opgeruimd 😉

Is mijn portefeuille lichter geworden? Toch een beetje al was het misschien niet zo spectaculair 🙂

Vorig jaar vond ik – na lang zoeken – een tasje voor mijn smartphone dat aan mijn verwachtingen voldeed. Ik wou er eentje dat groot genoeg was om ook een railpass in te kunnen steken (nodig voor het werk). Voor mij dus geen exemplaar met het typische flapje waarin je gewoon enkele bankkaarten kan in opbergen maar een echt tasje met een rits. Net groot genoeg voor mijn telefoon en een railpass. Bovendien zit er ook nog een extra vakje in waarin ik enkele kaarten kan opbergen.
Ik zou dus eigenlijk perfect op stap kunnen gaan met enkel dit tasje maar idealiter schakel ik dan volledig over op digitaal betalen, online klantenkaarten en een nieuw rijbewijs. Het zal dus wellicht nog even duren voor ik zover geraak maar ik weet alvast welke richting ik uit moet 😉

 

Over kookboeken en TV-koks

Ik heb niet zo veel kookboeken, ik kijk daar wel graag in maar vaak zijn er slechts enkele recepten in een boek die ik echt zelf wil klaarmaken. Ik zijn wel enkele chefs die ik graag bezig zie op TV: Donna Hay, Bill Granger, Jamie Oliver en Nigella Lawson. Stuk voor stuk mensen die dolgraag eten en met eten bezig zijn maar die het ook graag eenvoudig houden, en meestal mag het nog vooruit gaan ook. My kind of cooking 😉

Van Jamie Oliver haalde ik ooit ‘Ministry of food – Jamie’s Kookrevolutie’ in huis. Onlangs nam ik het boek nog eens uit de kast, veel te lang geleden dat ik het nog doorbladerde eigenlijk. Goed om nog eens te zien welke recepten ik al klaarmaakte en welke ik misschien nog eens moest uitproberen (of er mijn eigen draai aan geven, want dat doe ik wel vaker).

Ik liet me inspireren door zijn recept voor snelle roerbakzalm, ideaal om de mooie (maar niet zo grote) portie verse biozalm te verwerken die nog in de ijskast lag.

Voor 2-3 personen
zeezout en peper uit de molen
200 g basmati- of wilde rijst
350 g zalmfilet (bij mij dus iets minder maar dat ging ook)
een hand gepelde pinda’s (optioneel wat mij betreft, ik liet ze dan ook weg)
een stuk verse gember
1 teen knoflook
1 verse rode peper (ik gebruikte een half gedroogd pepertje dat ik nog liggen had)
een bosje verse koriander (die was helaas niet meer beschikbaar en dus zonder)
arachideolie
1 eetlepel currypasta
een hand peultje (of in mijn geval een puntpaprika en pijpajuintjes uit de groentelade
2 dl kokosmelk uit een pakje of een blikje (was iets meer bij mij, geen zin om een restje te laten staan, de smaak blijft even goed, het resultaat is gewoon iets meer ‘vloeibaar’)
1 limoen
een handvol taugé (liet ik weg, geen echte fans in huis en lag niet in mijn ijskast)
ik voegde last minute wel nog enkele kerstomaatjes toe die al een beetje over hun hoogtepunt heen waren

Bereiding
Kook de rijst zoals je dat gewoon bent. Ik giet de droge rijst altijd even in een pan met hete olie en roer het geheel goed door voor ik warm water toevoeg. Het zorgt ervoor dat de rijst minder kleverig is. Eens de rijst gekookt, voeg ik nog wat kurkuma toe, het geeft een mooie kleur en naar het schijnt zorgt kurkuma er ook voor dat voedingsstoffen beter worden opgenomen door het lichaam, mooi meegenomen dus 😉
Hak de zalm in kleine stukjes van ca 2 cm op 2 cm. Schil de gember, de knoflook en snijd ze in dunne plakjes. Snij het pepertje in kleine ringetjes. Heb je koriander, hak dan de steeltjes fijn en hou de blaadjes apart.
Zet de wok op hoog vuur en laat de olie warm worden. Doe knoflook, gember en het grootste deel van de gemalen peper en de koriandersteeltjes in de pan. Roerbak kort, doe er de currypasta bij en roerbak nog kort verder. Doe de zalm erbij, de andere groente en de kokosmelk en laat nog even bakken. Proef en breng indien nodig verder op smaak met wat zout en peper.
Doe de rijst in kommetjes, schep het wokmengsel er over en werk desgewenst af met taugé, gehakte pinda’s en korianderblaadjes. Knijp het sap van de limoen over het gerecht uit.

Ons oordeel
Best lekker, een totaal andere manier om zalm te verwerken (en je hebt er per persoon eigenlijk ook minder nodig om toch genoeg gegeten te hebben). De smaak van de limoen maakt het voor mij helemaal af. Een blijvertje 🙂

Culinaire avond met een toeristisch randje

Onlangs gingen wij naar een culinaire avond van de KWB (waar mijn vader in het bestuur zit en vooral ook achter de potten staat in de keuken wanneer er iets gemaakt moet worden). Dit betekent: een lekker menuutje geserveerd krijgen en intussen ook nog wat achtergrondinformatie over de streek meekrijgen. Deze keer stond de Jura centraal.

De Jura – Franche Comté ligt in het Oosten van Frankrijk en heeft 4 departementen (Belfort, Haute Saône, Doubs en Jura). Het is een middelhooggebergtegebied (zou dat woord tellen bij Scrabble?) dat zich deels in Frankrijk en deel in Zwitserland uitstrekt.

Op wijnvlak is het een zeer kleine wijnstreek te noemen met slechts 2% van de totale Franse productie en slechts 4 vignobles maar wel met de eerste AOC. Weetje: in 1800 lagen er nog 20.000 ha wijngaarden, nu slechts nog 2500ha! Dat maakt het erg moeilijk om bij ons wijn uit deze streek te vinden en wat je vindt is bovendien behoorlijk prijzig (reken meer dan 16 euro per fles om te beginnen). Bekend zijn de ‘vin jaune‘ en de ‘vin de paille‘ (die omwille van de hoge prijs vaak in halve literflesjes wordt verkocht),  je vindt er trouwens ook rode wijn!

Als aperitief kregen we een glaasje crémant geserveerd met een cake au Comté (een hartige cake met olijven en Comtékaas).

Na de uitleg over de wijnen van de streek volgde toelichting over de kazen.

  1. Comtékaas
  2. Morbier
    De morbier kaas valt op door de zwarte as-ader in de kaas. Oorspronkelijk bedoeld als beschermlaagje voor de melk, intussen het handelskenmerk van deze kaas afkomstig uit het gelijknamige dorp.
  3. Bleu de Gex of Bleu du Haut-Jura
    De bleu de Gex is een rauwmelkse kaas met blauwgroene aders. De productie van deze kaas dateert uit de 13e eeuw, toen hij werd gemaakt door de monniken van de Abdij de Saint-Claude in de Jura. Het zou naar het schijnt de lievelingskaas van keizer Karel V geweest zijn.
  4. (Vacherin du) Mont d’Or
    Deze kaas wordt uitsluitend in de winter gemaakt, met rauwe koemelk. De kaas is smeuïg en kan zelfs vloeibaar zijn na een langere rijping.
  5. Cancoillotte
    Deze bijna vloeibare kaas is het minst vet en wordt gemaakt met melk die bij ontvangst wordt afgeroomd en gepasteuriseerd. Het is een soort smeerkaas en kan zo gegeten worden, of opgewarmd worden in een aardewerken pan met gesmolten boter.

Na deze toelichting kregen we een tas uiensoep geserveerd met een toast met gesmolten Comtékaas. Mijn toast was iets te groot voor de tas en imiteert bijgevolg een duikboot voor de foto 😉

Na het soepje gingen we helemaal richting kaas voor het hoofdgerecht met een heerlijke boite chaude of een in de oven gewarmde Mont d’Or, geserveerd met aardappelen in de schil en lokale charcuterie (hier echter ook niet te verkrijgen).

Deze kaas is enkel in de winterperiode te verkrijgen (“wanneer er onvoldoende melk is om naar de kaasfabrieken van Gruyère te brengen en de boeren hun melk dan maar zelf tot kaas verwerkten” kregen we te horen). Wij smulden met veel plezier onze buikjes rond en waren blij dat – mits behoorlijk wat zoekwerk – de nodige kazen voor ons gezelschap nog gevonden waren 🙂

In de streek groeien ook behoorlijk wat fruitbomen en dat was voldoende als inspiratiebron voor het dessert: een lekkere perentaart.

En toen kon er echt geen hap meer bij 🙂

Zouden de gerechten en deze streek jou kunnen bekoren? Of heb je nog tips voor ons wanneer we eens een tripje richting Jura plannen? Laat het me gerust weten.

Inside Out

Vorige maand kregen wij gratis toegangskaarten in de bus voor de beurs Inside Out in Flanders Expo. “Een fonkelnieuw event dat op een vernieuwende manier interieur, tuin en kunst bij elkaar brengt. Het aanbod gaat van de nieuwste trends over de klassieke waarden tot een bijzondere beleving.” Het thema sprak ons op zich wel aan dus bleef de kaart liggen om eventueel te gebruiken wanneer er niets anders op de agenda stond.
Deze morgen besloot ik op mijn eentje de kou te trotseren (uitdaging 1) om met de fiets naar Flanders Expo te rijden (uitdagend 2) terwijl de huisgenoten thuis bleven om te studeren.

Lag het aan het weer, aan het feit dat het nog zondagvoormiddag was, dat er geen lezingen of workshops bezig waren, aan het feit dat het de laatste beursdag was vandaag, ik weet het niet maar het was in elk geval extreem rustig in Flanders Expo.

Ik liep door de gangen, zag beslist wel wat mooie dingen maar was na een uurtje eigenlijk al uitgewandeld. Ik maakte me de bedenking of dergelijke beurzen eigenlijk wel rendabel zijn? Zo weinig volk, een gevarieerd aanbod maar toch ergens ook beperkt, heel veel ruimte om te eten (maar zoals wel vaker op beurzen met een fancy sfeertje ook weinig volk in die foodcorners want vaak toch wel prijzig), … Wie betaalt hiervoor nog een toegangskaartje van 15 euro pp (en dan nog 5 euro voor een parkeerticket)?

Ja, er staan een aantal kunstenaars en kunstgalerijen maar er zijn grotere kunstbeurzen met een ruimer aanbod en je kan ook gewoon eens enkele galerijen binnenlopen?
Ja er staan een aantal tuin/exterieurarchitecten maar ook daar zijn andere beurzen voor met een ruimer aanbod en er zijn ook wel kijkdagen, en wat is de meerwaarde van een fotoboek op een beursstand versus foto’s op een website of facebookpagina van de betreffende firma of persoon?
Ja er staan een aantal interieurfirma’s en interieurarchitecten maar ook hiervoor kan je volgens mij op andere beurzen en opendeurdagen terecht.
Misschien had ik me moeten inschrijven voor een workshop of een lezing?

En dat zwembad, goh, dat hoeft niet meteen voor ons en die maairobot die mag rustig zijn ding blijven doen als demo. Hier wordt het gras nog gewoon afgereden wanneer we vinden dat het misschien toch net iets te lang staat, maar daardoor hadden wij tenminste nog gras vorige zomer toen het zo lang droog was 😉

Enfin, ik ben verre van een expert maar als gewone bezoeker, zonder een specifieke behoefte (of gewoon iets kritischer ingesteld, dat kan ook) is dit wat mij betreft geen beurs die ik zou aanraden, al helemaal niet wanneer je je eigen toegangsticket moet betalen.

Vond ik het verloren tijd? Goh, ik ben eens buiten gekomen dit weekend (anders was dat wellicht niet het geval geweest met die ijzige wind), ik kwam met enkele magazines naar huis die er uitgedeeld werden en ondertussen weet ik wel dat één van onze favoriete interieurwinkels vanaf volgende week opendeurweekends en stockverkoop houdt en daar zullen we waarschijnlijk wel nog eens een kijkje gaan nemen 😉

Studentenzorg in de examentijd

‘t Is opnieuw examentijd voor Maya. En dus is de dagplanning hier tegenwoordig terug behoorlijk strak (lees: er wordt gestudeerd en we blijven vooral gewoon thuis). Maya stelde zelf haar planning op en aangezien dat in december behoorlijk goed verlopen is, laat ik haar daar volledig vrij in. Ik observeer vanop afstand, ben er voor haar en probeer de omstandigheden voor haar zo goed mogelijk te maken. Dat betekent concreet dat ik zoveel mogelijk ‘s middags met haar naar huis zal komen volgende week en terwijl zij studeert, doe ik mijn werk (lang leve flexibele werktijden en telewerk).
Daarnaast probeer ik haar ook een beetje te verwennen op vlak van eten en (gezonde) tussendoortjes. Van school kregen ze trouwens de nieuwe voedingsdriehoek mee als ‘studeertip’ 🙂

Ik maak vooral dingen klaar waarvan ik weet dat zij ze lekker vindt. Dit weekend stonden er al mijn pasta p(r)esto en quiche met zalm op het menu. En verse soep, ook handig om een hongertje te stillen zo rond 11u(30).

Qua tussendoortje kwam ze zelf al vragen naar rauwe worteltjes (die werden bijgevolg prompt geserveerd want beschikbaar), daarnaast zullen er zeker ook nog bordjes met kerstomaatjes, olijven of stukjes appel volgen.

‘Uiteraard’ bakte ik ook verse lading mueslirepen en omdat de gedroogde vijgen toch op mochten, maakte ik meteen ook nog een portie appel-vijgen-noten-cake.

Ik denk dat ik morgen nog een portie pancakes met ricotta maak, als extraatje bij het ontbijt of gewoon als tussendoortje.

Zorgen jullie voor extraatjes wanneer er studerende kinderen in huis zijn? Heb je nog tips of suggesties? Deel ze gerust in de comments.

En pakweg 500 woordkaartjes van Latijn, dat ziet er zo uit 🙂