Tag archieven: happycooking

Bloemkoolpizza

Ik begon het precies steeds meer te zien op sociale media: pizzabodems gemaakt van bloemkool. Aangezien ik een bloemkool had gekocht, besloot ik me op een vrije zaterdag eens te wagen aan het recept.

Ingrediënten
1 bloemkool
1/2 cup geraspte mozzarella
1 tl gedroogde oregano
1 tl gedroogde basilicum
1/2 tl zout
1/1 tl knoflookpoeder
1 ei

Werkwijze
Verwarm de oven voor op 260°C.
Verwijder de blaadjes en de stam van de bloemkool en verdeel in stukjes, doe alle stukjes in een foodprocessor. Vermaal de bloemkool (je zou ze ook kunnen raspen maar dat lijkt me eerlijk gezegd een beetje geknoei met bloemkoolkruimels die alle richtingen uitspringen).
Doe de gemalen bloemkool in een kom en zet 4 minuten in de microgolf. Laat even afkoelen. Giet de gekookte bloemkool in een propere handdoek en wring er zo veel mogelijk vocht uit.
Doe de bloemkool terug in een kom en voeg de geraspte mozzarella en de kruiden en het ei aan toe. Meng alles goed onder elkaar.
Giet het mengsel uit op een bakplaat waarop je een vel bakpapier hebt gelegd. Duw het geheel in een ronde platte vorm met eventueel een opstaand randje voor de korst.
Bak gedurende ca 15 minuten of tot het geheel verkleurt.
Voeg je favoriete toppings toe en schuif nog eens 5-7 minuten in de oven (of tot de kaas gesmolten is).

Mijn gedacht
Maak dit recept niet wanneer je niet veel tijd hebt. Ik heb niet zo een grote foodprocessor en moest mijn bloemkool in porties vermalen, de bloemkool vormde een massa die rond het mes bleef hangen waardoor de rest niet meer vermalen werd (beetje prutswerk dus, maar met een grotere keukenrobot heb je dat probleem misschien niet).
Het uitpersen van bloemkool vond ik persoonlijk ook een beetje knoeien (vooral omdat je dan met zo een ‘geurige’ handdoek blijft zitten die je eigenlijk liefst zo snel mogelijk in de wasmachine gooit). Wel verbazingwekkend hoeveel vocht je uit zo’n bloemkool geperst krijgt.
Eens dat achter de rug is de rest kinderspel: bakken, beleggen en nog eens in de oven.
Het werd geen pizza die je los uit het vuistje kon eten, daarvoor was de korst nog net iets te zacht, maar het was wel lekker.
Ga ik dit recept nog vaak maken? Vaak niet, maar misschien zo nu en dan wel, het is immers een prima manier om extra groente in de maaltijd te verwerken en dat is toch mooi meegenomen. En de huisgenoten hebben alles netjes opgegeten, al was Maya toch net iets trager en minder enthousiast aan het eten dan bij klassieke pizza 🙂

Ontbijtrepen

Mijn zusje maakt ze al een tijdje en gaf er mij vorige maand ook een portie. Ik was verkocht en vroeg meteen het recept. Ik teste het uit, stelde inderdaad vast dat het nauwelijks tijd of moeite kost om de repen zelf te maken en dus zullen ze hier ook regelmatig in een doosje meegenomen worden naar school of het werk.
Bovendien ook eindelijk een recept waarbij ik die pot kokosolie kan gebruiken die ik maanden geleden kocht in een ietwat impulsieve bui 😉
Omdat lekkere en eenvoudige receptjes er om vragen om gedeeld te worden, bij deze:

Ingrediënten
1 banaan
150 g havermout
50 g rozijnen
50 g notenmix (kies jouw favoriete soorten of gedroogd fruit)
60 ml amandelmelk
3 el kokosolie
3 el honing

Werkwijze
Plet de banaan en meng de havermout, rozijnen en noten erbij.
Smelt de kokosolie en honing op een laag vuur. Giet dit samen met de (koude) amandelmelk bij het havermoutmengsel. Goed mengen.
Verdeel alles in een ovenschaal waarin je eerst een vel bakpapier legt.
Laat een half uur bakken in een voorverwarmde oven op 180°C.
Goed laten afkoelen en in repen snijden.

Aangezien ik toevallig een grote doos dadels had staan, heb ik deze gebruikt in plaats van de rozijnen. Wie niet zo van de kokossmaak houdt, kan stukjes (donkere) chocolade toevoegen (of gewoon omdat je zin heb in een reep met een chocoladetoets).
Op mijn bakplaat kon ik gerust een dubbele portie kwijt en aangezien we hier al met minstens 2 personen fan zijn zullen we hier snel een nieuwe portie nodig hebben 🙂
De stukken zijn misschien niet zo groot maar een portie vult stevig 🙂

Maya en ik zijn alvast verzekerd van een lekker en gezond tussendoortje 🙂

Pompoencrème

Ik hou van butternut of flespompoen (maar ik vind butternut mooier van naam), en ontdekte een heerlijk receptje bij mijn vader met heel wat mogelijkheden. Ik deel het dan ook graag met jullie.

Ingrediënten
800g butternut (in stukken) – dit is ongeveer het gewicht van één exemplaar
90g boter
100g geraspte parmezaan
peper, zout en nootmuskaat
facultatief: enkele blaadjes basilicum

Werkwijze
Kook de butternut gaar in water. Haal de stukken butternut uit het water en mix ze glad in de blender, samen met de boter en de parmezaan (en de basilicum). Breng daarna op smaak met peper, zout (opgelet: parmezaan is al zout) en nootmuskaat.

Je kan de pompoencrème zowel warm als koud eten. Deze keer serveerde ik ze warm bij een stukje zalm, samen met een portie brocamole die ik nog in de diepvries had steken. De pompoencrème doet het (warm) ook uitstekend bij vleesgerechten en is koud (afgekoeld) perfect te serveren als aperitiefdip.

Voor mij hoeven hier zelf geen aardappelen of rijst bij, ik schep met plezier een dubbele portie pompoencrème op 🙂

 

WP_20170204_18_24_08_Pro

Wat over is, kan je perfect in de diepvries bewaren voor een volgende keer.

Laat gerust weten in de commentaren of dit jou ook kan bekoren 🙂

Pasta met zoete aardappel en kaas

Koud en nat weer, dat vraagt om een ovenschotel, toch? In Simply Nigella vond ik een recept voor macaroni met zoete aardappel en kaas. Nigella Lawson beschrijft het als de lekkerste macaroni met kaas die ze ooit at en ik moet toegeven dat wij het hier ook erg lekker vonden. Hierna vind je het recept dat ik zelf aanpaste in functie van de beschikbare ingrediënten (en de hoeveelheden voor het maken van de witte saus heb ik niet afgewogen maar gewoon ‘uit de losse pols’ gemaakt)

Ingrediënten (voor vier personen)
500 g zoete aardappels (dat is ongeveer 2 grotere exemplaren)
300 g korte pasta (ik nam penne omdat die in mijn kast stonden)
4 el (60g) zachte ongezouten boter
3 el (tarwe)bloem
5 dl (volle) melk
1 tl (scherpe) mosterd
1/4 tl paprikapoeder (en 1/4 tl om te bestrooien achteraf)
75 g feta (ik nam een vers geitenkaasje dat we nog liggen hadden in de ijskast)
125 g belegen cheddar of Goudse kaas (ik had nog een stuk Old Amsterdam liggen en gebruikte dat om te malen en over de schotel te strooien, zonder af te wegen)
4 blaadjes salie (liet ik achterwege wegens niet in huis)
peper en zout naar smaak

Recept
Schil de zoete aardappelen en snijd ze in stukjes. Kook ze in ca. 10 minuten zacht in gezouten water. Schep ze met een schuimspaan uit het water en prak ze in een kom met een vork, zonder ze te pureren. Bewaar het kookvocht en gebruik dat om de pasta in te bereiden.

wp_20170108_12_10_21_pro

Smelt de boter in een andere pan, voeg de bloem toe tot een roux, meng met de melk tot je een gladde witte saus bekomt. Voeg de mosterd en paprikapoeder toe. Breng verder op smaak met peper en zout maar wees matig met het zout want je voegt later nog kaas toe en die is ook al zout.
Kook de pasta in het aardappelwater beetgaar. Laat ze uitlekken en meng ze onder de geprakte zoete aardappel. Verkruimel de fetakaas over het mengsel (ik gebruikte een vrij zachte geitenkaas en heb deze toegevoegd aan de saus). Giet vervolgens de saus over het geheel (voeg eventueel nog wat kookvocht toe indien de saus te dik is). Werk af met geraspte kaas.

Schep het geheel in vier kleine kommetjes (of doe zoals ik en giet alles in een grote ovenschotel), werk af met extra gemalen kaas, paprikapoeder en in reepjes gescheurde salieblaadjes.
Zet de schaal in een voorverwarmde oven van 200°C gedurende 20-30 minuten (ik kon zo lang niet wachten en zette de ovenschaal gewoon nog 10 minuutjes onder de grill zodat de kaas kon smelten).
Haal het hete gerecht uit de oven en smullen maar.

wp_20170108_12_46_47_pro

simply-nigella

Brocamole

In december zag ik in de bib een kookboek van Nigella Lawson liggen, ‘Simply Nigella‘. Aangezien ik op zoek was naar wat extra inspiratie voor de feestdagen en ik Nigella altijd een toffe madam gevonden heb die graag haar recepten eenvoudig houdt, leek met dat dus een goed boek om eens mee te nemen. Intussen nam ik het boek door, markeerde een reeksje recepten en testte er ook al enkele uit. In deze post alvast een eerste.

De naam van (en de inspiratie voor) het recept haalde Nigella bij een collega, Ludo Lefebvre. Zoals de naam al doet vermoeden gaat het om een guacamole met broccoli.
Het recept is uiterst geschikt als dip tijdens een feestje maar is ook perfect als ‘beleg’ voor een toast. Omdat het recept een volledige broccoli gebruikt, heb je meteen een vrij grote hoeveelheid maar je kunt de brocamole vrij goed bewaren ondanks het feit dat er ook een avocado in zit. Ideaal dus om de volgende dagen nog te gebruiken voor een meeneemlunch, als dip bij wat rauwe groente of als saus bij bv koude noedels.

Ingrediënten
1 stronk broccoli
1,25 dl plantaardige olie (ik had er niet meer voldoende en vulde dan maar aan met olijfolie)
1 el extra vergine olijfolie
1 rijpe avocado
2 lente-uitjes, schoongemaakt en grof gehakt
klein bosje koriander
1 groene peper
sap van 2 limoenen (afhankelijk van persoonlijke smaak en hoeveelheid sap in de limoenen)
zout naar smaak (ik gebruikte Fleur de sel)

Werkwijze
Snijd de roosjes van de broccolisteel en kook ze in een grote pan water met wat zout in ca. 3 minuten beetgaar.
Giet de roosjes af en dompel ze in/spoel ze met koud water. Giet ze goed af en maak er in de keukenmachine een dikke puree van terwijl je beide soorten olie toevoegt.
Halveer de avocado, verwijder de pit en lepel het vruchtvlees in de keukenmachine. Voeg ook de lente-uit toe, samen met het grootste deel van de koriander. Ben je geen fan van heel scherp, verwijder dan de zaadjes van de chilipeper. Hak hem grof, voeg met de helft van het limoensap en pureer alles nogmaals.
Proef en voeg naar smaak nog extra limoensap en zout toe.
Serveer de dip in een kom en bestrooi met de resterende koriander.
Klaar en smullen maar 🙂

wp_20161231_14_09_31_pro

Dit recept komt uit Simply Nigella, kan je gemakkelijk tot zes uur vooraf maken en afgedekt in de koelkast bewaren tot gebruik. Restjes kan je afgedekt zeker twee dagen in de koelkast bewaren.

simply-nigella

 

Kokerellen: (niet te) zoete lekkernijen

Het voorbije weekend wou ik nog wel eens iets zoets maken samen met Maya en dus bladerde ik even door enkele (kinder)kookboeken. Voordeel van die recepten is dat ze heel eenvoudig zijn zonder al te veel ingewikkelde handelingen, de kinderen moeten het recept immers ook (bijna) alleen kunnen uitvoeren.

Het eerste recept, voor vruchtencakerotsjes, komt uit “de kinderkookbijbel” van Nancy McDougall. Een leuk kookboek, met duidelijke foto’s en heldere beschrijvingen.
Voor pakweg een 20-tal stuks (hangt er een beetje van af hoe groot je de rotsjes maakt natuurlijk) heb je volgende ingrediënten nodig:

  • 225g zelfrijzend bakmeel
  • 115g margarine
  • een grote appel
  • 50g gedroogde (voorgeweekte) abrikozen
  • 50g sultanarozijnen
  • de geraspte schil van één kleine sinaasappel
  • 75g rietsuiker (waarvan 2 el apart houden)
  • 1 ei
  • 15ml of 1el melk

Ik zat zonder abrikozen (die ik trouwens nooit te weken leg eerlijk gezegd, ik snij/knip ze gewoon in kleine stukjes) en dus ging ik voor iets meer rozijnen deze keer. Ook de geraspte schil liet ik achterwege want geen gegarandeerd onbespoten exemplaar in huis. Je kan de abrikozen trouwens ook vervangen door gedroogde pruimen, vijgen, mango’s of stukjes chocola toevoegen.

Werkwijze:
Boter door het meel mengen met je vingertoppen tot je een mengsel krijgt dat op broodkruim lijk (ik doe dat niet graag maar Maya vindt dat heerlijk om met haar vingers in het deeg te zitten 🙂 )
Vervolgens de appel schillen en in stukjes snijden, de abrikozen hakken en samen met de rozijnen, de sinaasrasp en de suiker door het meelmengsel roeren (hou 2 lepels suiker apart).
Het ei loskloppen in de melk en vervolgens ook aan het mengsel toevoegen tot alles net aan elkaar kleeft.
Lepels met beslag in hoopjes op een ingevette bakplaat leggen (of velletjes bakpapier op je plaat leggen). Het restje suiker gebruiken om over de hoopjes te strooien.
Bak de cakejes 12-15 minuten, tot ze goudbruin zijn, in een voorverwarmde oven op 190°C. Serveer ze warm of koud, met of zonder extra boter.

WP_20160904_14_02_11_Pro

Het tweede recept (we waren toch goed bezig samen, we konden even goed nog iets extra bakken) komt uit “Nora’s kokkies” van Nora Sands. Andermaal een leuke uitgave, vlot geschreven en met heel wat foto’s.

Voor een 10-tal ‘machtige muffins’ heb je volgende ingrediënten nodig:

  • 200g bloem
  • 2 theelepels bakpoeder
  • 50g lichte basterdsuiker
  • 1,5 dl melk
  • 1 ei
  • 50g boter
  • ca 50g gedroogde abrikozen, fijn gesneden
  • 50g rozijnen
  • 1/2 theelepel vanille-essence

Aangezien ik dus zonder abrikozen zat en we in het andere recept al voor extra rozijnen gingen, koos ik deze keer voor een vulling van okkernoten, hazelnoten en chocoladebolletjes, héél lekker :p
De bloem, suiker en bakpoeder gingen in een grote kom waaraan we vervolgens de melk, het ei en de boter toevoegden. Alles met een lepel roeren tot een glad beslag (of kneedgrage handjes hun ding laten doen, dat kan ook).
De gehakte gedroogde vruchten (of in mijn geval: de noten en de chocolade) toevoegen en de vanille-essence. Nog eens goed door elkaar roeren en zoveel mogelijk lucht in het beslag kloppen om de muffins extra te laten rijzen tijdens het bakken.
Het beslag in papieren vormpjes doen met een lepel (3/4 vullen) en ze vervolgens 10-15 minuten bakken in een oven van 220°C.

WP_20160904_22_05_27_Pro

Ik kon nog net de laatste exemplaren op een fotootje vastleggen, de rest werd al met veel plezier verorberd 🙂

Beide recepten bevatten weliswaar suiker maar niet al te veel zodat het eindresultaat niet té zoet is.

Nog tips of suggesties zijn altijd welkom.