Category Archives: tuin

De tuin in juni

Juni was warmer dan mei (al een geluk) en droger (ook een geluk) al viel er nog regelmatig een bui waardoor de planten, en vooral het gras en het onkruid stevig doorgroeien.

In mijn vaders tuin mag je intussen wel spreken van weelde op bloemenvlak 🙂 Door de zomerse temperaturen ging het plots heel hard. Het vingerhoedskruid, de pioenen en de kattenstaarten, ze bloeiden sneller en verwelkten dus ook sneller. De overvloed aan duizendschoon is intussen alweer over zijn hoogtepunt (maar er staan al nieuwe plantjes die volgend jaar zullen bloeien en uiteraard werden er ook zaden geoogst).

De rozen die bloeien wel nog volop, de rode rozen op de pergola moest alweer extra opgebonden worden om te vermijden dat sommige takken zouden bezwijken onder het gewicht van de vele bloemen. Even de verwelkte exemplaren wegknippen geeft al gauw een volle emmer bloemblaadjes 😉

Ook de fuchsia en de bloembakken aan het ‘tuinhuis’ doen het opnieuw heel goed. Ook bij de fuchsia worden trouwens heel regelmatig de verwelkte bloemen weggehaald zodat de plant voldoende energie heeft om nieuwe bloemen te maken ipv zaaddozen te ontwikkelen. Veel bloemen worden hier opgekweekt uit zaden, maar fuchsia’s koopt hij toch als jonge planten aan.

In de groentetuin zorgde de koude meimaand ervoor dat de boontjes opnieuw gezaaid moesten worden (maar de eerste planten zijn intussen ook al goed aan het groeien), de erwtjes gaven een mooie oogst en zitten intussen al grotendeels in de diepvries.

De tomatenplanten hebben de serre intussen in een half oerwoud omgetoverd en ook de exemplaren buiten beginnen bloemetjes te dragen. De courgetteplanten doen het iets langzamer, maar zowel de gewone groene als de gele en de bolletjes dragen vrucht, nu enkel nog wachten tot ze groot genoeg zijn om te oogsten. Wortel, radijs en sjalot staan er heel goed bij.

Een aantal stukken in de groentetuin moeten nog onkruidvrij gemaakt worden, hier en daar zijn intussen echter bloemen opgedoken die nog een beetje mogen blijven staan omdat ze zo mooi zijn. Die pompoenplanten (die ook dringend uitgeplant moesten worden) krijgen er wel een plekje tussen.

Ook in de bessentuin werd al volop geoogst: frambozen dat het een lieve lust is, aalbesjes (toch weer een pak meer dan aanvankelijk gedacht) en de oogst van de kruisbessen ziet er meer dan veelbelovend uit. Een deel van de kleine aardbeien en frambozen werden al verwerkt tot confituur en de rode besjes werden deels uitgedeeld aan familie en verwerkt tot confituur en ook gewoon zo in de diepvries gestoken. Ik gebruikte de besjes en de frambozenconfituur al om te combineren met een crème van mascarpone en Griekse yoghurt tot een lekker en fris dessertje. Ook de aardbeien werden met veel plezier opgegeten, gewoon puur, heerlijk zoet :p

En onze tuin? Ook daar zit evolutie in. Niet zo spectaculair als bij mijn vader maar toch. In de voortuin blijf ik voor mini’s gaan: klaprozen, kamille en nigella van 5 tot 10 cm hoog, blijft schattig om te zien al mocht het gerust wat meer zijn 😉

Gelukkig zorgen intussen de prikneuzen en de eerste malva’s voor extra kleur (en grotere planten). De kleine viooltjes blijven zichzelf uitzaaien en dat vind ik super.

De bodembedekker die in Zomergem overdadig groeit en bloeit, kreeg hier dit jaar ook voor het eerst enkele bloemetjes en ook de margrieten vormen bot. In het gras verschenen trouwens ook nieuwe bloeiende soorten, blijft boeiend 😉

De kleine aalbessenscheutjes die ik 2 jaar geleden kreeg, zijn intussen struikjes geworden en er stonden zowaar enkele besjes op. Hopelijk mogen we volgend jaar een echte (kleine) oogst verwachten. Ook op de tomatenplanten vormen zich intussen de eerste vruchtjes.

Benieuwd wat de volgende maand gaat brengen 🙂

de tuin in mei

de tuin in april

 

My weekend in pictures

Nu de examentijd weer aangebroken is, blijven we vooral thuis in het weekend. Zelfs na een lockdown en meer dan een jaar maximaal thuiswerken gaat me dat eigenlijk nog steeds niet vervelen. Het lijkt me zelfs steeds eenvoudiger af te gaan, zeker met het mooie weer en eigenlijk zou het weekend gerust een dagje langer mogen duren 😉

Waar hou ik me dan zoal mee bezig naast wat gebruikelijk huishoudelijk werk zoals de was en de strijk (al probeer ik ook die wel in de week te doen; zeker nu ik nog maximaal thuiswerk is dat beweegmoment tussendoor)?

Heel vaak is dat foodpreppen: verse groente en fruit, uit de tuin van mijn vader of uit de winkel deels verwerken voor later (diepvriesporties) of voor de komende dagen of om een foodbox te vullen en cadeau te geven (de voorbije maanden al enkele keren). Ook wel eens iets extra bakken of een nieuw recept uittesten. Zeker uit het meest recente boek van Claudia Van Avermaet, dagelijkse portie power in dertig minuten, zijn er nog wel wat receptjes die ik wil uitproberen. Tijdens de examenperiode probeer ik nog vaker om iets extra op tafel te zetten dat bovendien ook nog beetje gezond is. Daarnaast is er eigenlijk inspiratie in overvloed, uit (gratis) magazines, via instagram, foodblogs,…

Vorige zaterdag maakte ik er een ‘ovenreeks’ van met een speltbroodje, broccoli flatbread, courgettebolletjes en muffins met peer en chocolade. Daarnaast bakte ik nog bananapancakes en maakte power ketchup, ideaal om het flatbread en de courgettebolletjes in te dippen 😉

Ik probeer regelmatig een handje te helpen in de tuin van mijn vader maar ook in onze eigen tuin moet er al eens gewerkt worden 😉 In de gaten houden dat het onkruid binnen de perken blijft en tegelijk ruimte geven aan wilde of gezaaide bloemenzaadjes en gekochte of gekregen plantjes om zich te ontwikkelen.

En we gaan ook nog wel eens wandelen, zelfs dat zijn we eigenlijk nog niet moe. Afgelopen zondag maakte ik samen met M. een lange wandeling in Sint-Martens-Latem. Voordeel is dat hij de omgeving kent als zijn broekzak en we geen wandelapp of kaart nodig hebben om een mooie wandeling te maken langs straten waar het echt wel rustig genieten en rondkijken is. Behalve in de monumentale Rodebeukendreef maakte ik zelfs geen foto’s, gewoon wandelen, kijken en bijpraten, meer moet dat soms niet zijn. Nu de horeca terug open is, konden we ook even pauzeren op het terras van bakkerij Himschoot waar we na de examens ook nog wel eens terugkomen om met een drietjes te genieten.

Met een beetje geluk blijft er dan ook nog wat tijd over om wat te lezen en voor je het weet, is het weekend alweer voorbij 😉

De tuin in mei

Ik loop een beetje achter met schrijven, mijn agenda en to-dolijstjes zijn behoorlijk gevuld o.a. ook met werken in de tuin en dan moet ik mij soms al reppen om tussendoor foto’s te maken 😉 Maar bij deze dus een overzichtje van de tuin vorige maand.

Mei was natter en kouder dan gemiddeld, dat zorgde dan ook voor veel grijze dagen en een tragere groei en bloei, maar toch viel er nog heel wat te zien.

De blauwe regen in mijn vaders tuin is in de loop van de jaren sterk gegroeid en kreeg er ook extra ruimte. Wanneer de bloemen hun kleur tonen, is dat sowieso altijd de moeite waard. Op een week tijd kan dat al een wereld van verschil zijn, zelfs wanneer het weer een beetje tegen zit.

Niet alle nieuwe tulpenbollen deden het even goed, maar er zaten wel hele mooie tussen.

De irissen en de wilde clematis bloeiden volop.

In de serre bleven de zaailingen nog wat binnen om verder te groeien al moest een deel van het zaaigoed toch naar buiten om plaats te maken voor de tomaten. De Italiaanse (langwerpige) tomaten werden deze maand ook naar buiten verhuisd en uitgeplant al was het maar omdat er veel te weinig plaats was in de serre om alles daar te laten staan. De tomaten buiten kregen wel een afdakje om ze te beschermen tegen de felste regenvlagen.

De aardbeien in de serre kleuren langzaam rood, maar de opbrengst blijft voorlopig eerder beperkt en de planten hebben helaas wat last van luizen. Voor oogst van de buitenplanten is het nog te koud. Het insectenhotelletje dat we gewoon even buiten hadden gezet, bleek toch al gasten te hebben en dus lieten we het maar staan 😉

  

Ook van de gezaaide bloemetjes moeten er een deel verhuizen van binnen naar buiten. O.a. voor de zinnia’s en kattesnorren zocht ik nog vrije plekjes tussen de vele andere planten. De  vele blauwe boshyacinten zijn intussen ook uitgebloeid terwijl duizendschoon en prikneus langzaam doorgroeien naar bloeistadium en een reeks spontaan uitgezaaide miniviooltjes verzameld werden uit de groentetuin om een hangmand te vullen met kleur.

Ook in onze eigen tuin viel in mei toch wel al behoorlijk wat kleur te ontdekken. De voortuin heeft door de extra regen in geen jaren zo groen gestaan trouwens, benieuwd wat dat nog allemaal zal geven. Opvallende nieuwkomer daar is trouwens een stevig bos incarnaatklaver met prachtige rode bloemen.

Heel wat roze en paarse bolletjes ook van het Engels gras en van de aliums, horen zeker ook bij mijn favorieten.

Bij de klassiekers het hoekje met azalea en rododendron, veel bloemen maar helaas een stuk verregend.

En ons grasveld? Dat heeft op sommige stukken nauwelijks nog gras, maar zolang het er groen blijft uitzien ben ik al blij (en de bijtjes meestal ook) 😉

Laat juni maar meer zon en nog meer tuinplezier brengen 🙂

De tuin in april

 

De tuin in april

De voorbije weken spendeerde ik toch al menig uur in de tuin, vooral in die van mijn vader eigenlijk, maar daar is dan ook heel wat werk te doen en dus steek ik hem een handje toe (ideaal trouwens om mijn hoofd tot rust te laten komen en ik mag er ook elke keer mijn voeten onder tafel steken voor een lekkere maaltijd van apero tot dessert).

De sierappelaar ziet er weer prachtig uit, zeker tegen een blauwe lucht zijn de bloemetjes eens zo mooi.

De tuin werd nog wat verder opgeruimd en lenteklaar gemaakt, er werd voorgezaaid en gespeend (thank heaven voor serretjes waarin het lekker warm is wanneer de temperaturen nog mager zijn, maar het zonnetje wel flink schijnt).

Op de aardbeienplanten in de hangpotten verschijnen de eerste vruchtjes al.

Intussen werden er ook al zomerbloeiers en erwten uitgeplant in de tuin, groente gezaaid, onkruid gewied (vooral dan door mijn vader, vaak uren aan een stuk), fruitdragers (bessenstruiken, aardbeienplanten en lage fruitboompjes) en vers gezaaide groente van een net voorzien om al te gretige vogels weg te houden, … En waar het kan, mogen ook in de groentetuin de bloemetjes blijven staan en worden de zaaibedden gewoon een beetje aangepast. De bijtjes zijn er alvast niet rouwig om.

 

In onze eigen tuin gaat het allemaal iets trager, er staat hier ook geen serre of veranda waarin we kunnen voorzaaien dus wacht ik tot het warm genoeg is om meteen buiten te zaaien (en dat viel dit jaar een beetje tegen in april) 😉

De forsythia’s en de krentenboompjes zijn intussen uitgebloeid, maar de brem toont intussen zijn mooie gele kleur en ook er zijn ook nog enkele andere struiken (waarvan ik de naam vergeten ben) die in de lente ook vol witte bloemetjes staan.

Ik had een reeks bloembollen in potten gezet op ons terras. Niet alles was even succesvol, maar de uitgebloeide (en niet tot bloei gekomen) exemplaren kregen intussen een plekje in volle grond. In een hoek van de voortuin zet ik alle bollen heel dicht bij elkaar zodat er in het voorjaar een dicht bloemenveldje kan komen. Er staan kleine narcissen, blauwe druifjes, tulpen, boshyacinten (die ik kreeg uit de tuin van mijn vader), wat krokussen,… en intussen ook al verschillende knolletjes vogelmelk die op de een of andere manier (wellicht via vogels?) in de voortuin terechtkwamen. De bodem is niet ideaal om veel andere planten te zetten omdat er heel veel boomwortels zitten die het onmogelijk maken om echt plantgaten te maken. Met de bloembollen in het voorjaar en enkele exemplaren van prikneus en duizendschoon in de zomer krijgt dit hoekje toch ook beetje kleur.

De voortuin blijft een uitdaging want door de vele beukenboomwortels kunnen ook hier geen grote plantgaten gegraven worden. Ik kies dan ook voor de optie om de natuur zo veel mogelijk haar eigen gang te laten gaan, maar die uiteraard wel een handje te helpen door wilde bloemenmengsels te zaaien, bodembedekkers te laten groeien (ook al gaat de trager dan op goede grond), en te kiezen voor soorten die tegen een stootje kunnen zoals prikneus. Zo nu en dan verhuizen er nog wat extra plantjes van mijn vaders tuin naar ons zodat er net iets sneller ook daar wat kleur verschijnt zoals het mooie blauw van de vergeet-me-nietjes.

Ik liet alle bloemen vorige zomer ook staan tot ze echt volledig waren uitgebloeid zodat ze hun zaadjes goed konden verspreiden. De miniviooltjes doen dat steevast super en verschijnen op steeds meer plekjes in de voortuin, ook de prikneus bloeide goed en zaaide zichzelf heel ruim uit. Op dit moment komen er zoveel prikneusjes uit dat ik zeker nog zal moeten uitdunnen. Ik blijk ook een nieuwe gast te hebben: een bosliefje (Nemophila), een allerschattigst blauw bloempje 🙂

  

Ook op het terras staan in tussen enkele potten met bloeiende planten en kruiden, klaar een de zomer op te fleuren met heerlijke kleuren en geuren 🙂

‘t Is best wel fijn om de tuin zo te zien groeien en evolueren. Kunnen jullie daar ook zo van genieten?

Vogels kijken (en tellen)

In de tuin bij mijn vader hangen al jaren voedersilo’s voor de tuinvogels. Hij koopt geen vetbollen meer in de winkel want de vogels geven allemaal sterk de voorkeur aan de okkernoten (die hij stuk voor stuk kraakt om de voedersilo’s te vullen, letterlijk duizenden zijn er zo al in zijn handen gepasseerd). Telkens weer is het een plezier om de vele fladderaars aan het buffet te zien aanschuiven, elk in hun eigen stijl.

Ik wilde dit ook graag in onze tuin en vorige winter hing ik voor het eerst een voedersilo met noten op. Het duurde even voor de vogels het ontdekten en zich veilig genoeg voelden om te komen eten, maar het lukte. Deze winter mocht het al iets meer zijn en ik verzamelde een deel van mijn (zelf gezaaide en uitgeplante) zonnebloemen en begon alvast met het kraken van noten (een deel voor mezelf, om lekker notenbrood te bakken, en een deel voor de tuinvogels). Ik kocht ook een zak strooivoer en verwerkte die in zelfgemaakte ‘vetbollen’: plantaardig vet even laten smelten en dan samen met zaden, pitten en noten in een bekertje gieten, terug hard laten worden in de frigo, uithalen en ophangen.

De resultaten mochten er zijn: behalve koolmezen en pimpelmezen mochten we dit jaar ook de grote bonte specht tot de vaste gasten rekenen aan onze voederplek. Verder ook enkele vinkjes, een troepje staartmezen (wat een allerschattigste dotjes zijn dat zeg!), een roodborstje en een koppeltje zwartkoppen (had ik nog nooit gezien, en verwarrend om te leren kennen want het vrouwtje heeft een oranjebruin kopje!).

De mezen en de specht hangen aan het voederbakje zelf en eten dat het een lieve lust is. Doordat er onderaan het bakje beugeltjes zitten, kunnen ook andere, kleinere vogels voorzichtig komen snoepen van de noten.

Het voederbakje hangt in een hazelaar en het is fascinerend om zien hoe de vogels in de hazelaar bij de buren al zitten ‘aan te schuiven’ om dan door te vliegen en huppen naar onze hazelaar, meestal in een vast parcours van het ene naar het andere takje en uiteindelijk naar de voedersilo, maar  nooit rechtstreeks. Wanneer de volgende in de rij vindt dat het wachten wel lang genoeg geduurd heeft, dan jaagt hij/zij meestal de eter weg om zelf aan te schuiven en de ene heeft duidelijk meer geduld of honger dan de anderen 😉

Beneden in het gras komen vooral de kauwen en soms eens een merel kijken wat er daar te rapen valt. Sommige van de notensnoepers zijn namelijk behoorlijke ‘smossers’ en soms kan je de stukjes noot zo in het rond zien vliegen.

De kauwen zijn mijn beste vrienden niet, met vereende krachten slagen ze er telkens weer in om mijn zelfgemaakte vetbollen uit de struik te halen/trekken om dan op de grond alles op te eten en niets meer over te laten voor de kleintjes. Meestal kan ik het al raden wanneer ze weer eens de zaak aan het afbreken zijn want dat gaat doorgaans gepaard met behoorlijk wat lawaai, echte hooligans zijn het  😉
Ze jagen me trouwens soms de stuipen op het lijf wanneer ze ergens noten gevonden hebben en die dan proberen kraken door ze vanuit een hoogte te laten vallen. Dat geeft behoorlijke knallen wanneer er ze eentje tegen het (dak)raam knalt.

Onlangs zag ik op ons terras in de schemering ook een winterkoninkje zitten, zijn silhouet is behoorlijk herkenbaar en het was mijn klein gelukje van die dag om te weten dat we ook deze gast hier in de buurt hebben.

Ook de groene specht zagen we het voorbije jaar meermaals in het gras rondlopen op zoek naar mieren en ander voedsel. Topmomentje was deze zomer toen we een koppeltje groene spechten met een bijna volwassen jong voedsel zagen zoeken in onze tuin.

In het voorjaar en de zomer zagen we regelmatig heel wat kauwen met hun jongen foerageren in het gras, ze kregen daarbij meestal gezelschap van verschillende bosduiven en de eksters lieten zich ook regelmatig horen en zien (en gingen al eens in de clinch met de kauwen).

En, last but not least, we zagen al 2 keer een eekhoorn in en uit onze aangeplante wilgen springen! Nootjes gaat het diertje daar niet vinden maar het was wel heel leuk om het diertje al eens in de tuin te spotten.

De lockdown en het vele thuiswerk heeft ons in elk geval meer en beter kennis laten maken met de (gevleugelde) gasten in onze tuin en het heeft ons al veel plezier gebracht.
De gemengde hagen die de scheiding vormen tussen de tuinen zijn zeker niet ‘mooi’ te noemen,  eerder een ‘mikmak’ van verschillende soorten. Ze staan voor een deel ook volledig op de eigendom van de buren, maar ze vormen een visuele, groene afscherming en ze bieden duidelijk een goede schuilplaats voor de tuinvogels.
Ik zou dan ook graag in onze tuin nog meer struiken aanplanten, liefst streekeigen, gevarieerd en bloeiend/bessen dragend om zo nog meer dieren aan te trekken en de biodiversiteit extra kansen te geven. En wie weet, komt de eekhoorn dat met plezier op regelmatige basis een bezoekje brengen 😉

Dit weekend was het vogeltelweekend van Natuurpunt. Op hun website vind je heel wat tips en informatie over het voederen van dieren en hoe je jouw tuin diervriendelijk(er) kan inrichten.

NB: het maken van mooie vogelfoto’s is geen sinecure en dus plukte ik voor deze post free downloads van het internet, op die manier zijn de beestjes waarvan sprake toch duidelijk te herkennen 😉

Chateau de Losse

Nog een stukje over onze zomervakantie in de Dordogne, deze keer bezochten we een kasteel.

Op zo’n 5 km van Montignac-Lascaux, in de richting van Les Eyzies, ligt het kasteel van Losse. Dit geklasseerde historische monument ligt er statig in de vallei van de Vézère. Het kasteel is door muren en grachten omzoomd, en groeide van een middeleeuwse vesting in 1576 uit tot een elegant lusthof. Het interieur bevat heel wat elementen uit de 16de en 17de eeuw en is zeker een bezoekje waard.

Enerzijds zijn er nog de duidelijke kenmerken van een versterkte burcht en anderzijds is ook de elegantie van de renaissance duidelijk herkenbaar in het architectuur en de appartementen. Ook de tuinen vormen een mooie aanvulling op het geheel, en je kan/mag er zelfs picknicken.

De ingang ligt een beetje verscholen maar gelukkig toont een bord ons waar we moeten zijn. We parkeren tussen de bomen en wandelen verder naar de ingang voor een ticket. Omwille van corona is een vrij bezoek aan het kasteel niet mogelijk maar er zijn korte geleide rondleidingen voorzien die gegeven worden door jobstudenten (enkel in het Frans maar er liggen gelamineerde fiches met basisinformatie in enkele andere talen ter beschikking).

We hebben geluk want de volgende rondleiding start kort na onze aankomst. De studente die ons rondleidt in het kasteel kan vlot vertellen en zoekt ook interactie met haar publiek. Ze vervalt niet in oeverloze opsommingen van data en historische feiten, maar vertelt ons meer over de geschiedenis van het gebouw door ons in elke ruimte op een bijzonder aspect of voorwerp te wijzen.

Na een uurtje in het kasteel mogen we nog vrij rondlopen in de tuin waar we genieten van het zicht op het kasteel en de omgeving en nog wat foto’s maken (mocht niet in het kasteel zelf). Er is nog een leuk bijgebouwtje in de tuin waar de kasteelvrouw zich kon terugtrekken om te rusten, haar kind te voeden of een bad te nemen (zou meneer dan nooit een bad genomen hebben?)

 

 

 

 

 

De tuin in augustus

Mijn vaders tuin

Door de droogte en de hitte is er al veel uitgebloeid maar de zinnia’s bloeien nog volop en zowel de vlinders als de bijen en hommels komen graag eens langs.

De blauwe regen is intussen aan zijn derde bloei begonnen (de bloemen tonen nog maar een beetje van hun kleur maar er hangen nog heel wat groene bloementrosjes klaar om verder uit te groeien en te bloeien).

Verder wordt er volop geoogst: vooral de tomaten doen het erg goed dit jaar, de appeltjes begonnen te rotten op de boom dus werd er al een eerste lading geplukt en de notelaar bezwijkt zowat onder het gewicht van de duizenden noten (de vogels zullen komende winter zeker geen honger moeten lijden).

Ook van de bloemen wordt er trouwens zaad geoogst. Ideaal om volgend jaar alvast een snelle start te nemen met plantjes volledig van eigen kweek 😉
Mijn pogingen om wat zaaddozen van donkerrode stokrozen mee te brengen mislukte helaas, ik had ze in een gesloten doosje gestoken om mee te nemen maar enkele dagen later bleken ze helaas beschimmeld.

Onze tuin

De zonnebloemen zijn op enkele exemplaren na bijna uitgebloeid en staan steeds minder recht. Ik ga de bloemen afknippen en hopelijk kan ik ze mooi laten drogen zodat we wat extra vogelvoer hebben voor komende winter.

Ik kocht nog enkele vetplanten bij, hopelijk doen ze het goed in de moeilijke grond van de voortuin. Verder ook een doorlevende begonia en iets wat kattenkruid bleek te zijn (hopelijk blijven de katten uit de buurt).

De babylavendel doet het zeer goed, de plantjes groeien als kool. Als dat zo verder gaat, dan ziet dat er veelbelovend uit 😉

Intussen begonnen met de grotere struiken die uitgebloeid zijn terug in te snoeien, een werkje dat al wat tijd in beslag neemt want er staan al best wat struiken. Een paar exemplaren zien er nu een beetje triestig uit, afwachten hoe ze de winter doorkomen en in het voorjaar zien we dan wel waar er eventueel vervanging wenselijk is.

De anenomen die ik vorig jaar van een collega kreeg, doen het goed in onze moeilijke voortuin.

Ik kreeg ook nog enkele zaailingen mee uit mijn vaders tuin, de verbena zou het normaal gezien ook wel moeten volhouden in die voortuin.

De vele viooltjes die spontaan groeiden, liet (laat) ik zo lang mogelijk staan zodat ze zichzelf opnieuw kunnen uitzaaien. Ik spotte al verschillende nieuwe plantjes dus mogelijks komen er de komende maanden nog wel wat extra bloemetjes piepen (hier en daar duikt er trouwens al eentje op).

De regen van de voorbije dagen zorgde er bovendien voor dat er toch nog wat zaadjes ontsproten uit de wilde bloemenmix die ik uitzaaide enkele maanden geleden (helaas ook wel weer wat gras en ander groen dat ik liever niet zie, zal nog eens enkele uurtjes moeten wieden vrees ik).

Ik zou ook nog een stukje gras in de achtertuin willen omspitten. Benieuwd hoever ik daarmee geraak en vooral ook nog een beetje nadenken over wat ik dan in dat stukje zou willen zetten van vaste, bloeiende planten. Tips of suggesties zijn altijd welkom 🙂

 

Plantentuin Meise

Na de serres van Laken vorig jaar, trokken we dit jaar met mijn vader naar de Plantentuin in Meise.  De Plantentuin Meise is een Belgische botanische tuin in de Vlaams-Brabantse gemeente Meise en een van de grootste plantentuinen in de wereld!

Agentschap Plantentuin Meise (de huidige officiële naam), voorheen de Nationale Plantentuin van België, is sinds 2014 een agentschap van de Vlaamse overheid. De plantentuin heeft twee onderzoeksafdelingen, een herbarium (met ongeveer 3.000.000 specimens), een bibliotheek en uitgebreide levende verzamelingen (van ruim 18.000+ soorten).
Ik had online al gelezen dat deze site precies nog vrij onbekend is bij het grote publiek en dat het er daardoor meestal niet zo druk is. Bovendien is het domein ook behoorlijk groot  (92 ha) waardoor grotere aantallen mensen misschien gewoon minder opvallen.
Richting Brussel rijden op een vrije (zomer)dag betekent geen files en dat is altijd mooi meegenomen. Iets na 10u stonden we dan ook netjes geparkeerd aan de rand van het domein. De hoofdingang wordt momenteel grondig vernieuwd (er komt een groot ontvangstgebouw) waardoor we 150m verder moesten stappen naar een tijdelijke ingang.

We kochten onze toegangstickets  voor heel weinig geld (7 euro voor een volwassene, Maya mocht zelfs binnen voor amper 1 euro, spotgoedkoop dus). Het was een vrij bewolkte dag maar niet koud, ideaal dus voor een grotere wandeling 😉
Door de Plantentuin lopen verschillende uitgestippelde thema- en seizoenswandelingen. Bij de kassa kies je uit het aanbod. Heb je een wandeling gekozen, dan krijg je een folder met de route en allerlei boeiende weetjes. Je kan de wandelingen ook downloaden op je tablet of telefoon. Onderweg staan er heel wat bankjes om even uit te rusten en te genieten van het landschap.

Lang een mooie laan liepen we richting Kasteel van Bouchout, een gerestaureerde waterburcht die nu gebruikt wordt voor vergaderingen, lezingen en tentoonstellingen.  Maya wou heel graag over het water en dus namen we het vlot waarmee we ons langs een touw naar de andere zijde van het kasteel trokken.

Het uitgebreide westen van de Plantentuin is mooi om doorheen te wandelen en begroeid met grote eiken, enorme lindebomen en esdoorns. Ook heel wat andere boomsoorten, die veel minder bekend zijn maar gelukkig naambordjes hebben, staan er te groeien en te bloeien. We kregen het gevoel echt bijna alleen in het park te wandelen. Het was er zo rustig dat we er zelfs enkele eekhoorntjes spotten en zowaar een ree! Maya was verrukt en we waren zelf eigenlijk ook wel verrast om deze mooie viervoeter van zo dichtbij te kunnen waarnemen (helaas geen tijd meer om telelens op te steken).

Eén van onze doelen was o.a. de rozentuin die deze tijd van het jaar mooi in bloei zou moeten staan. De tuin bleek echter net (juni 2019) volledig vernieuwd en op de bloemen zal het helaas wachten zijn tot volgend jaar. Het eigentijds ontwerp met cortenstaal en een uitkijkpunt kon mij wel al bekoren. Deze tuin van 9000m² zal ongetwijfeld in de toekomst veel bezoekers lokken.

Een andere topper in het zomerseizoen is het Herbetum, een uitgebreide planten- en kruidentuin, met één- en tweejarige gewassen en vaste planten. De planten staan in een waaiervorm geschikt rondom de elegante Balatserre. De serre dateert uit 1854 en is het werk van Alphonse Balat, hofarchitect van koning Leopold II en een leermeester van de grote Victor Horta. Balat beschouwde de serre als een oefening voor de opdracht waarmee hij het meest bekend is geworden: de monumentale koninklijke serres in Laken. De Balatserre stond oorspronkelijk in het Leopoldpark in Brussel, verhuisde in 1878 naar de Kruidtuin en heeft sinds 1941 haar vaste standplaats in de Plantentuin.

Na de kleine serre bij het Herbetum volgde ‘het grotere werk’. Het Plantenpaleis bestaat uit een aaneenschakeling van kassen waarin verschillende klimaten zijn nagebootst. Wij kwamen langs een zij- of achteringang naar binnen en zagen de totaliteit van de kassen met de grote ingang pas achteraf 😉 We wandelden door de verschillende serres, genoten van de vele planten en bloemen (en de rust, uniek gewoon om daar bijna alleen rond te lopen) en zowel Maya als ik maakten heel wat foto’s.

Ten zuiden van het kasteel ligt het Pachthof en de Tuinwinkel waar botanische werken en andere tuinartikelen te koop zijn. Toen wij er langs kwamen, was de winkel net gesloten (middagpauze). Het Pachthof is een hele fijne plek om te picknicken (er staan picknicktafels en banken, een automaat met drankjes en er is een sanitair blok).

Wij wandelden nog wat verder door, naar het noorden van de Oranjevijver waar de voormalige Orangerie staat. Dit gebouw is omgebouwd als eenvoudig restaurant waar je iets kan eten of drinken. We bestelden er wraps en vol-au-vent, geuze en homemade limonade met aardbeien en gember. De porties waren ruim en lekker, de drankjes heerlijk koel. Je krijgt een buzzer mee die je verwittigd wanneer je maaltijd klaar is en je wordt vriendelijk gevraagd om na het eten zelf af te ruimen. Prima systeem als je ‘t ons vraagt. We genoten van het eten op het ruime terras.

De Plantentuin is echt een aanrader voor een (halve) daguitstap. Er rijdt ook een treintje door het domein maar enkel vanaf ‘s middags (misschien daarom dat er in de voormiddag nog niet zoveel volk was). Er zijn ook rolwagens en bolderkarren ter beschikking aan het onthaal. Honden zijn niet toegelaten.
De Plantentuin is alle dagen open behalve op 25 december, 1 en 2 januari (of bij stormweer).

Alle praktische info lees je op de website van de plantentuin

 

Julituin

Papa’s tuin ziet af deze zomer, niet verwonderlijk natuurlijk met die hitte en droogte. Gelukkig is er nog putwater waardoor een deel van de planten en de groente toch nog een dagelijkse portie water krijgen, net genoeg om het vol te houden. Ook het water uit de keuken wordt waar mogelijk gerecupereerd, alle beetjes helpen immers.
Gelukkig valt er nog steeds veel moois te spotten. De blauwe regen is intussen al aan zijn tweede bloei toe, de lavendel zorgt nog voor veel extra blauw en is een zegen voor de bijtjes.

De stokrozen doen het goed en de zonnebloemen uiteraard ook 🙂

Ook de vlinderstruiken en de hortensia’s hebben heel wat bloemen maar die krijgen het bij momenten toch wel lastig, zeker de hortensia’s (en die allemaal water geven dat is niet haalbaar).

Veel planten zijn wel een pak sneller uitgebloeid en/of bloeien minder uitbundig.

De hangbegonia’s kregen een plekje onder het afdak op het terras om verbranding te vermijden (ze beginnen nu echt mooi te staan, dus zou zonde zijn). De lentebloembollen die in potten stonden,  werden netjes opgekuist en voorlopig in papieren zakken opgeborgen om opnieuw te planten wanneer alles een beetje minder droog is 😉

De tomaten in de serre staan prachtig maar de hete zonnestralen zorgden zowaar voor brandplekken! We hebben dan maar met oude gordijnen een soort binnentent gemaakt om de harde straling te filteren. Het zou immers zonde zijn om de heerlijke opbrengst te verliezen, zongerijpte tomaten van eigen kweek zijn immer zoveel lekkerder 🙂

Hopelijk zorgt een portie malse regen er voor dat er ook in augustus nog wat moois in de tuin te vinden is.

Junituin

Dat het warm is om in de tuin te werken maar dat ik er niettemin deugd van heb gehad om dinsdag bij 30°C en meer te zweten in papa’s tuin. We deden het rustig aan (en in de voormiddag waren er nog regelmatig wat schapenwolkjes op het zonnekracht wat te temperen) maar er werd toch flink gewerkt: pakweg een honderdtal uitgebloeide digitalisplanten uitgetrokken en verhakseld en tientallen nieuwe kwekelingen (o.a. Kattensnor en Zinnia) uitgeplant. De tuin heeft weer een andere dynamiek gekregen.

Het blijft trouwens genieten van de uitbundige bloemenpracht.

De rode klimrozen bloeien weer massaal, de trossen zijn zo zwaar dat de takken doorbuigen onder het gewicht.

  

De stokrozen beginnen stuk voor stuk kleur te bekennen.

De reukerwtjes kwamen slechts beperkt op maar hebben wel mooie kleuren, de sterretjes stralen.

 

De dahlia staat op zijn best en geeft mooie bloemen en de vlinderstruiken tonen ook kleur.

De tweede zaaipoging ganzania is wel geslaagd, meer dan honderd plantjes moeten nog een plekje in vaste grond krijgen (een bak mocht mee voor onze tuin, net als een bak prikneusjes, ook in Gent wacht dus nog wat plaatwerk 😉).
De labels op de handvaten verwijzen nog naar eerdere gekochte bloemetjes maar de bakjes worden jaren aan een stuk hergebruikt.

In de groentetuin doen de boontjes, ui en wortelen het niet slecht.

De tomaten in de serre doen het uitstekend, de oogst van coeur de boeuf ziet er veelbelovend uit 😄

 

De aardbeien en rode bessen zijn bijna allemaal geoogst, nu is het tijd voor de kruisbessen (en dus tijd om sap te trekken en er later Kruisbessencreme van te maken of confituur dat kan ook maar is meer papa’s departement 😋).

En verder? Genieten van en kijken naar de tuin, buiten onder de parasol eten en een koffietje drinken. Meer moet dat soms niet zijn 😍

.